Iedere dag is een storm van taken, berichten, lesvoorbereidingen, onverwachte vragen en onvoorziene drama’s. Je bent constant bezig, maar voel je je ook echt productief? Wat als je jouw schooldag zou indelen als een generaal?
De man achter de matrix
Dwight D. Eisenhower was geen man van excuses of overbodige drukte. Hij was een generaal in het Amerikaanse leger, leider van de geallieerden tijdens D-Day, en later de 34e president van de Verenigde Staten. Deze man leidde operaties die miljoenen levens beïnvloedden. Elke beslissing telde. Elke seconde had gewicht. Hij kon het zich simpelweg niet veroorloven om de hele dag brandjes te blussen of te verdrinken in bijzaken. Zijn strategie? Prioriteren alsof je leven ervan afhangt—want soms deed het dat ook.
“Kijk kritisch. Je dag wordt niet beter van meer taken, maar van betere keuzes.”
Wat Eisenhower begreep, en wat wij in het onderwijs soms vergeten, is dat niet alles wat dringend lijkt, ook belangrijk is. In een wereld vol lawaai, pushnotificaties en to-do’s, wist hij onderscheid te maken tussen wat echt telt en wat alleen maar hard schreeuwt. Tijdens zijn tijd als president en commandant was hij verantwoordelijk voor duizenden beslissingen per week. Hij had geen tijd voor ruis. Dus ontwikkelde hij een denkmodel dat hem hielp het kaf van het koren te scheiden: de nu beroemde Eisenhower-matrix.
De matrix is simpel, maar genadeloos. Elk item op je lijst komt in één van vier kwadranten terecht: belangrijk én urgent? Meteen doen. Belangrijk, maar niet urgent? Plannen. Urgent, maar niet belangrijk? Delegeren. Niet urgent en niet belangrijk? Schrappen. En voor wie denkt: dat lukt me nooit—Eisenhower paste deze matrix toe op oorlogssituaties. Als hij het kon met D-Day, dan kunnen wij het met ouderavonden en lesroosters.
Wat is de Eisenhower-matrix ook alweer?
De Eisenhower-matrix is geen spreadsheet en geen goeroetool. Het is een manier van denken. Een mindset. Je kijkt naar je taken en vraagt jezelf twee dingen af: Is dit belangrijk? Is dit urgent? Op basis daarvan bepaal je waar je aandacht naartoe mag.
- Belangrijk én urgent? Doen. Nu.
- Belangrijk maar niet urgent? Plannen.
- Niet belangrijk, wel urgent? Delegeren.
- Niet belangrijk, niet urgent? Niet doen.
Klinkt logisch. Totdat cabaretier Kasper van der Laan ermee aan de haal gaat. In zijn optreden bij Eva Jinek draait hij het hele model op z’n kop. “Begin andersom!” roept hij. “Niet belangrijk en niet urgent? Niet doen. Niet belangrijk, wel urgent? Ook niet doen. Wat blijft er over? Eén ding. Dat wat belangrijk én urgent is. Morgen. Begin daar morgen mee.” Het is flauw, absurd en tegelijkertijd pijnlijk raak.
Hoe pas je dit toe in het onderwijs?
In het onderwijs voelt álles urgent. De bel gaat. Er mist een leerling. Je inbox pingt. Een collega vraagt “heb je even?” en voor je het weet is het drie uur verder en heb je geen seconde aan die ene reflectieopdracht gewerkt waar je echt iets aan had gehad. Precies hier komt de matrix binnen als rustgever. Als een manier om je hoofd weer op te ruimen en je energie te sturen naar waar het telt.
Kijk kritisch. Je dag wordt niet beter van meer taken, maar van betere keuzes.

5 tips om te werken als een generaal
En als Kasper gelijk heeft? Begin morgen. Maar dan echt.
Maak elke week een eigen matrix. Vier vakken. Eén A4. Rust.
Plan je belangrijke-niet-urgente taken in als heilig. Geen discussie.
Vraag je af: draagt dit bij aan goed onderwijs? Zo niet: deleten of delegeren.
Laat perfectie los. Een goede les is belangrijker dan perfect nakijkwerk.
Ontdek meer van Werkrust | Ontspannen werken in het onderwijs
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.