Zijn docenten slecht in Time-Management?

Zo, dat is een lekkere binnenkomer. En zo is het ook bedoeld. Na bijna 20 jaar in het onderwijs wil ik graag ook een keer een tegengeluid laten horen. Wanneer het onderwijs in het nieuws komt is het meestal in combinatie met de woorden ‘salaris’ en ‘werkdruk’. Niet echt wervende termen om nieuwe collega’s te trekken. En volgens mij ook niet helemaal representatief. Tijd voor een (ongenuanceerd) onderzoek naar bovengenoemde hypothese.

1) Er is te weinig ook voor piek-dalbelasting. 

Dinsdagmiddag vijf uur in de middag. Het is stil in de lokalen, het is stil in de ‘kantoorgang’, het is stil in het atrium. Waar is iedereen? De enige collega die ik toch nog tegenkwam zei vergoelijkt: “Ik snap het ook wel, nu zijn er nog geen toetsen”. 

Moet ik hieruit opmaken dat de gemiddelde docent een ‘homo calculus’ is? Dat hij of zij het ervan neemt zolang het kan en daarna bikkelt waarna het druk is? Zoals een collega zei: “straks begint het toetsencircus weer dat loopt tot de zomervakantie.” Een andere collega verzuchtte in week twee  al dat het ‘zo ontzettend druk is’ dat de vakantie al zover weg leek. 

Een schooljaar is een repeterende cyclus van opstarten, lessen, toetsen, ouderavonden, vergaderingen, vakanties etc… Juist omdat het zo voorspelbaar is, is het eenvoudig te bepalen wanneer het rustig is en wanneer druk (of hectisch). De homo calculus kan in deze ‘luwe’ periode bijvoorbeeld al toetsen maken of ouder/leerlingcontacten hebben.

Doe je dat niet dan dreigt de bekende fabel van Jean de la Fontaine. 


2) Mensen werken te weinig

In een eerder bericht liet ik zien hoe je eenvoudig kunt uitrekenen hoeveel tijd je per dag zou moeten werken voor jouw taak betrekking. Wanneer je structureel te weinig werkt omdat je later komt en/of eerder weggaat dan is het logisch dat het wringt. Je werkt dan letterlijk te weinig in plaats van dat je tijd te kort komt.

‘Zo, jij werkt lang door’ hoorde een bekende leerkracht van me vorige week. Hij vond dit een aparte opmerking. “Je werkt toch ‘gewoon’ je uren?” vond hij . In zijn geval koos hij ervoor om dit iedere dag van 7.30 uur tot 17.00 uur te doen. “Er is altijd wel wat te doen wat later weer werkt scheelt.”

 

3) Stop de afleiding!

Als een chirurg of piloot tijdens het werk haar Instagram zou checken zouden we dit bizar en zelfs gevaarlijk vinden. Toch wordt het als vanzelfsprekend beschouwd dat docenten en leerkrachten tijdens een werkdag tijd ‘nemen’ om digitaal sociale contacten te onderhouden. Sommige zelfs met een klas in de buurt. Het is natuurlijk niet vreemd dat je dan bent afgeleid waardoor taken meer ‘tijd kosten’. Laten we wel wezen: je hebt er voor gekozen om je telefoon überhaupt uit je jas te halen.

Ook in de niet digitale afleiding zit een groot keuzemoment. Kies je een rustige plaats om je nakijkwerk te doen of ga je in de drukte zitten? Hoe lang zijn je ‘even-bijklep-sessies’ met je collega’s? In hoe hoeverre hebben je leerlingen en collega’s voordeel bij deze ‘spontane intervisies’? En gun jij je collega’s genoeg werkrust? Verwacht je dat jouw vragen direct beantwoord worden terwijl de ander geconcentreerd bezig is? Houd je de werk/privé-balans van de ander gezond door geen werk Whatsapps te sturen die eigenlijk best even kunnen wachten?

 

4) Heb minder passie voor je werk

Veel collega’s uit het onderwijs hoor ik praten over de passie voor hun vak. Vrienden die consultant of controller zijn hoor ik dit woord bijna nooit in de mond nemen. Wat is dat passie? Als we het uit de romantische sfeer halen dan lijkt het op iets van ‘enorme betrokkenheid’. Dat is natuurlijk hartstikke mooi. Dat we mensen voor onze kinderen hebben staan die hun vak ‘met liefde’ geven. Bedenk echter wel dat deze leerlingen er alle belang bij hebben dat de juf, meester of docent zichzelf ook goed onderhoudt. Geen opgevoerde brommer die met de kerst naar de garage moet omdat ze te lang in het ‘rood’ reden. Liever iemand die er het hele jaar is met een solide draaiende motor. “Goed” is soms de grootste vijand van “voldoende”.

 

5) Er wordt niet slim genoeg gewerkt

“Ik werk eigenlijk een dag extra om alle administratie te doen die tegenwoordig bij het onderwijs hoort.” Aldus een leerkracht in een artikel in het AD. Wanneer je je werkdag als een emmer ziet wordt deze gevuld met lessen en overige taken (vergaderingen, administratie). De geciteerde dame gaat ervan uit dat deze emmer structureel kan overlopen. Ik denk dat dit een verkeerde uitgangssituatie is. Je werk zou af moeten zijn binnen de tijd die je betaald wordt (zie punt 2). 

Wanneer je merkt dat dit over langere tijd niet lukt dan rest je niets anders dan met je leidinggevende in gesprek te gaan. Ik ken voorbeelden van mensen die 3x zo lang over het maken van toetsen doen omdat hun ICT vaardigheden beter kunnen. Of die te weinig weinig samenwerken in de sectie waardoor 1+1 niet 3 is. Die 20x per dag hun mail checken of geen prioriteiten kunnen aanbrengen in hun takenlijst.

Het is dus van het grootste belang dat onderwijsprofessionals (ook, of juist, vooral de leidinggevenden!) geschoold worden in effectief werken. Net zoals we het normaal vinden dat iemand leert over klassenmanagement, pedagogiek en vakdidactiek. 

Kunnen we na bovenstaande zeggen dat de een verhoogde werkdruk alleen maar ligt aan de time-management kwaliteiten van leerkrachten en docenten? Dat gaat natuurlijk te ver. Natuurlijk spelen externe factoren ook een rol. Denk aan ‘assertievere’ ouders, bekwaamheid van schoolleiders, bijzondere leerlingen etc…De belangrijkste vaardigheid is echter het herkennen van de keuzemomenten in een dag, week en schooljaar. 

Hoe kijk jij hier tegenaan?

 

Geef een reactie