In mijn tienerjaren maakte ik als vakkenvuller kennis met het concept van een ‘niet-verzuimbonus’. Als ik een maand niet had afgezegd, kreeg ik 10% extra salaris. Dit kon zelfs oplopen tot maximaal 30% bij drie maanden geen verzuim. Een prima stimulans om te komen werken, zou je denken. Maar zou dit systeem ook werken in het onderwijs?
Het lijkt een aantrekkelijke gedachte: leraren die dankzij een financiële prikkel hun dipjes overwinnen en tóch voor de klas gaan staan. Zeker nu het herfstseizoen is gestart en het snotteren is begonnen. Leerlingen, collega’s, ouders: er zijn meerdere groepen die direct de effecten merken van verzuim.
Op korte termijn kan dit wellicht zorgen voor minder verzuim, maar er zijn ook risico’s.
Een zieke leerkracht die, ondanks klachten, blijft doorwerken kan collega’s en leerlingen besmetten. Het toevoegen van een ‘niet-verzuimbonus’ kan hen ertoe verleiden om ongezonde keuzes te maken, zoals doorwerken tijdens ziekte. Dit werkt op de lange termijn averechts, zowel voor hun eigen welzijn als voor de kwaliteit van het onderwijs.
Daarnaast speelt ook de vraag of het stimuleren van een gezonde levensstijl wel de verantwoordelijkheid is van een werkgever. Moet een schoolleider echt verantwoordelijk zijn voor hoe leraren omgaan met hun gezondheid?
Conclusie: Verzuimbonussen in het onderwijs kunnen op de korte termijn werken, maar vergroten op de lange termijn de risico’s op overbelasting en uitval.
Wat denk jij?