Auteur: dennis

  • Mijn Grote Drie: dé sleutel voor een geslaagde onderwijsdag 🚀

    Mijn Grote Drie: dé sleutel voor een geslaagde onderwijsdag 🚀

    Wanneer is je werkdag geslaagd?

    Werk jij ook in het onderwijs en ervaar je soms dat je werk nooit écht af is? Er ligt altijd wel een toets of werkstuk om na te kijken, er moet altijd nog een les voorbereid worden, en je mailbox vult zich continu met nieuwe berichten. Anders dan bij beroepen met een duidelijk eindproduct—zoals een timmerman die zijn werk zichtbaar afrondt—zien wij vaak niet direct het resultaat van onze inspanningen. Eerlijk gezegd geeft het beantwoorden van talloze mails aan het eind van de dag ook niet altijd het gevoel van trots. Hoe bepaal je dan of jouw dag geslaagd is? Ik heb een truc (die voor mij) werkt.

    Mijn Grote Drie: mijn dagelijkse ankers ✅

    Ik gebruik sinds enkele jaren een simpele, maar effectieve methode: Mijn Grote Drie. Elke ochtend (of aan het eind van de vorige dag) formuleer ik drie belangrijke taken die ik absoluut wil afronden. Dit zijn mijn ankers voor een succesvolle dag.

    💬 “Door het vastleggen van Mijn Grote Drie eindig ik mijn werkdag altijd met een gevoel van voldoening, ongeacht wat er nog openstaat.”

    Waarom werkt dit zo goed?

    1️⃣ Een voldaan gevoel

    Als ik mijn Grote Drie aan het einde van de dag kan afvinken, voel ik diepe voldoening. Het geeft me de geruststelling dat ik precies die dingen heb gedaan die ik als prioriteit had gesteld.

    2️⃣ Alles extra is bonus

    Soms heb ik mijn Grote Drie al rond het middaguur af. Alles wat daarna volgt, voelt aan als een extraatje, waardoor mijn motivatie én productiviteit nog verder toenemen. Maar het mooiste: mocht er niets extra meer gebeuren, dan voelt het ook niet als falen. Mijn dag is al geslaagd!

    3️⃣ Richting in drukke tijden

    In de hectiek van een onderwijsdag verlies je soms je focus. Mijn Grote Drie fungeren als mijn kompas. Ze helpen mij om bij twijfel de juiste keuzes te maken, zoals het effectief invullen van een tussenuur of het verstandig besteden van tijd na mijn lessen.

    Hoe voer je dit praktisch uit?

    Op onze school werken wij met Google Workspace, maar ook binnen Microsoft is deze methode prima toepasbaar. Ik gebruik takenlijstjes per rol die ik vervul, zoals docent, mentor of team VWO

    Aan het einde van de werkdag bekijk ik mijn planning voor de volgende dag. Heb ik veel of weinig tijd naast lessen, vergaderingen of andere verplichtingen? Vervolgens selecteer ik vanuit mijn takenlijstjes maximaal drie taken, niet meer en niet minder. Deze taken plan ik concreet in voor de volgende dag. Voilà, Mijn Grote Drie zijn weer gepland! 🚀

  • Dinsdag dilemma: vaste vakantiedagen inruilen voor vrije keuze?

    Dinsdag dilemma: vaste vakantiedagen inruilen voor vrije keuze?

    In het onderwijs heb je 12 weken vakantie, maar geen zeggenschap over wanneer. Luxe of beperking? Wat als je een deel van die vaste weken kon inruilen voor vrijheid om zélf te kiezen? Zou jij dat doen?

    Veel vakantie, weinig vrijheid
    In het primair en voortgezet onderwijs zijn vakantieweken grotendeels vastgelegd. Volgens de CAO PO en CAO VO heeft onderwijspersoneel recht op zo’n 12 weken verlof per jaar: 6 weken zomervakantie, 2 weken kerstvakantie en de rest verdeeld over mei-, herfst- en voorjaarsvakantie.
    Een aanzienlijk verschil met andere sectoren, waar medewerkers gemiddeld 25 tot 30 vakantiedagen per jaar hebben – maar die mogen ze wél flexibel opnemen.

    Gemiddeld aantal vakantiedagen per beroepsgroep in België

    Flexibiliteit als nieuwe norm
    Flexibel verlof is in opmars. Zo introduceerde KPN in 2024 het principe van “onbeperkt verlof”. Ook in Breda werkt een bedrijf zonder vast vakantierooster: medewerkers bepalen zelf hoeveel en wanneer ze vrij nemen (bron).

    In een Radio 1-debat bleek dat werknemers met onbeperkt verlof vaak juist mínder vakantie opnemen. De grens tussen werk en privé vervaagt, en collega’s willen elkaar niet belasten.

    Altijd vrij als iedereen vrij is
    Het huidige onderwijssysteem heeft ook nadelen. Altijd vrij zijn als iedereen vrij is, betekent: hogere prijzen, drukke bestemmingen, en nul flexibiliteit. Geen spontane vakanties buiten het seizoen, geen rustpauze in een druk najaar, geen ruimte voor persoonlijke gelegenheden.

    “Altijd vrij zijn als iedereen vrij is, betekent óók: volle campings, hoge vliegtarieven en géén ruimte voor spontane tripjes.”

    En wie iets belangrijks te vieren heeft buiten de schoolvakanties? Die moet hopen dat het toeval meezit.

    Een hybride model?
    Daarom het dilemma: zou het onderwijs gebaat zijn bij een hybride model? Denk aan 4 weken verplichte zomervakantie, met daarnaast 2 of 3 weken vrij te plannen naar eigen inzicht.
    Dat vergt een cultuuromslag én praktische oplossingen – denk aan roostering, vervanging en teamafspraken. Maar het kan ook bijdragen aan werkgeluk, autonomie en balans.

    Wat zou jij kiezen? Vaste vakantieweken zoals we die nu kennen, of meer vrijheid om je eigen ritme te bepalen?

    Bronnen

  • Oliver Burkeman – De 4 Weken Reset *****

    Oliver Burkeman – De 4 Weken Reset *****

    Tijd is ons kostbaarste bezit, maar gebruiken we het goed? Oliver Burkeman, bekend van Tegengif en 4000 Weken, laat in De 4 Weken Reset zien hoe onze obsessie met productiviteit en efficiëntie ons juist in de weg zit. Dit boek is geen standaard zelfhulpboek dat je leert méér te doen in minder tijd. Integendeel: het helpt je te accepteren dat je niet alles kunt doen—en dat dat helemaal niet erg is. Ik vond een van de meest verfrissende boeken van de laatste jaren. Een aanrader voor iedereen met (te) weinig Werkrust.

    Stop met wachten op later

    In zijn vorige boek 4000 Weken confronteerde Burkeman ons met een simpele maar schokkende rekensom: de gemiddelde mens leeft maar 4000 weken. Veel mensen zitten al over de helft, en de ‘leukste’ helft ligt vaak achter hen. Dus waarom blijven we plannen maken voor ‘later’? De 4 Weken Reset pakt dit idee op en laat zien hoe je nu kunt leven zonder te blijven wachten op een perfect moment.

    Docenten kennen dit mechanisme maar al te goed. “Na deze toetsweek wordt het rustiger.” “In de zomer ga ik eindelijk écht ontspannen.” Maar voor je het weet, is er weer een nieuwe deadline. Burkeman helpt je in te zien dat uitstellen geen optie is: het enige moment dat je hebt, is nu.

    Je bent geen mammoettanker, maar een kano

    Het boek leest makkelijk weg. Het is opgebouwd als een soort van cursus van een maand waarbij iedere week een centraal thema heeft. 

    • Beperktheid accepteren – Inzien dat je nooit alles gedaan krijgt en dat dit bevrijdend kan zijn.
    • In actie komen – Niet wachten op het perfecte moment, maar gewoon beginnen.
    • Loslaten – De illusie van controle opgeven en leren omgaan met onzekerheid.
    • Aanwezig zijn – Niet wachten op een ‘beter’ leven, maar nu volledig deelnemen.

    Elke week bestaat weer uit 7 hoofdstukjes waarbij het idee is dat iedere dag wat leest. Het lukte mij niet om dit dagelijks te doen, maar in 6 weken had ik het boek uit. De hoofdstukjes zijn vaak inspirerend en gaan over een praktische gedragsverandering. Denk bijvoorbeeld aan ‘maak dingen af’. Na een passend citaat volgen er wat verhalen over mensen waardoor duidelijk wordt waarom de gedragsverandering je helpt. 

    “De truc om dingen af te maken als het overweldigend lijkt, is simpelweg te herdefiniëren wat ‘af’ betekent. In plaats van een project als voltooid te zien na weken werk, kun je je dagen indelen in een reeks kleine ‘afgeronde taken’. Dit verlaagt de drempel om iets af te ronden en geeft een continue energieboost. Het zorgt ervoor dat je in harmonie handelt met de realiteit: voor eindige mensen is elk moment een soort eindpunt. Werk is gedaan.”

    De toon van Burkeman vind ik nergens hoogdravend worden, sterker nog, hij geeft meerdere keren aan waarom hij ook moeite heeft met zijn eigen tips. 

    “Wanneer ik er niet in slaag om actie te ondernemen op dingen die ik belangrijk vind, is dat soms omdat ik geen tijd had of niet genoeg wilskracht kon opbrengen. Maar minstens zo vaak komt het doordat ik mezelf heb laten afschrikken door visioenen van een perfect resultaat dat ik dacht te moeten bereiken, of door aannames over hoe moeilijk iets zou zijn, waardoor ik actie blokkeerde die anders vanzelf zou zijn ontstaan. Bijvoorbeeld: ik moet mezelf blijkbaar telkens opnieuw leren dat de beste manier om een lezing voor te bereiden is om gewoon een wandeling te maken met een notitieboekje, een lijst te maken van de meest boeiende punten, ze in een logische volgorde te zetten en een paar keer te oefenen. Maar zodra ik het ingewikkelder maak dan dat, wordt het eindresultaat slechter.”

    Eén van de mooiste metaforen in het boek is dat we ons leven vaak zien als een stabiele mammoettanker die we met de juiste planning en discipline strak op koers kunnen houden. Maar in werkelijkheid zijn we eerder een kano: kwetsbaar, constant balancerend op een onstuimige rivier. Voor docenten is dit een herkenbaar beeld. Geen lesdag loopt exact zoals gepland. Leerlingen reageren anders dan verwacht, een vergadering loopt uit, een onverwacht incident verstoort je schema. Burkeman’s les? Omarm de instabiliteit in plaats van ertegen te vechten. Perfectie bestaat niet, en dat is maar goed ook.

    Doe minder, maar beter

    Veel productiviteitsboeken leren je méér te doen in minder tijd. Burkeman draait dit om: je moet juist minder willen doen. Niet alles wat je kúnt doen, is ook iets wat je móét doen.

    Voor docenten betekent dit: niet ieder lesidee hoeft briljant te zijn. Niet iedere oudermail hoeft perfect geformuleerd. Niet elke nieuwe onderwijsvernieuwing hoef je meteen toe te passen. Kies bewust waar je je energie in steekt en accepteer dat sommige dingen gewoon ‘goed genoeg’ zijn.

    Praktische tips uit De 4 Weken Reset

    Wil je direct aan de slag met Burkeman’s inzichten? Hier zijn vijf lessen die je meteen kunt toepassen:

    1. Stop met eindeloos plannen en begin gewoon – Wachten op de perfecte voorbereiding is een valkuil. Zet gewoon de eerste stap, al is het klein.
    2. Accepteer dat je niet alles kunt doen – Zeg vaker ‘nee’ en focus op wat écht belangrijk is in je werk en privéleven.
    3. Blokkeer tijd voor diep werk – Plan een dagelijks moment zonder afleiding om echt ergens in te duiken, in plaats van constant brandjes te blussen.
    4. Wees mild voor jezelf – Zelfkritiek en perfectionisme helpen je niet. Behandel jezelf zoals je een goede vriend zou behandelen.
    5. Geniet van het moment, niet alleen van de uitkomst – Niet alles hoeft een doel te hebben. Soms is de weg zelf het belangrijkste.

    Conclusie: Een boek dat je blik op tijd verandert

    De 4 Weken Reset is confronterend, bevrijdend en praktisch tegelijk. Voor docenten die dagelijks tijd tekortkomen, biedt het een broodnodig ander perspectief: niet méér doen, maar anders denken over wat je doet. Als je altijd wacht tot het rustiger wordt, zul je altijd blijven wachten. Ik heb er veel plezier beleefd aan het lezen van dit inspirerende boek

  • NRC Stressgids ***

    NRC Stressgids ***

    De stressgids van NRC is een handleiding die stress van alle kanten belicht: wat het is, wat het met je doet en – het belangrijkst – hoe je ermee kunt omgaan. Voor docenten en leerkrachten, die dagelijks te maken hebben met werkdruk en emotionele belasting, biedt deze gids inzichten die van pas kunnen komen.

    De gids is onderdeel van de Slim Leven-reeks, een serie artikelen die praktisch advies geven over onderwerpen als slaap, focus en stress. In dit artikel zoomen we in op wat je aan deze gids hebt en welke tips je vandaag al kunt toepassen.

    Wat kun je verwachten van de gids?

    De stressgids is een mix van wetenschappelijke uitleg en praktische adviezen. Zo leer je over de biologische processen achter stress, zoals hoe je lichaam in een “alarmfase” blijft hangen bij chronische stress. Je leest hoe dit je hersenen en gezondheid beïnvloedt, maar ook hoe je die vicieuze cirkel kunt doorbreken. Denk aan tips over beweging, mindfulness, sociale steun en het herkennen van stresssignalen. Het fijne is dat de gids realistisch is: het biedt geen magische oplossingen, maar helpt je begrijpen hoe je in kleine stappen meer controle kunt krijgen.

    Citaten

    1. “Stress helpt ons om bedreigende situaties snel het hoofd te bieden.”
      Dit benadrukt dat stress niet per se slecht is. Die lichte spanning voor een lastige les of een toetsbespreking kan je focus versterken en je helpen presteren. Maar let op: stress die te lang aanhoudt, wordt ongezond. Een belangrijk inzicht voor iedereen in het onderwijs die het gevoel heeft altijd “aan” te staan.
    2. “Bij chronische stress staat je lijf als het ware blijvend in de alarmfase.”
      Voor docenten is dit een herkenbaar beeld: je rent van de ene taak naar de andere, maar voelt je nooit echt uitgerust. De gids legt helder uit waarom dit schadelijk is en hoe je kunt ingrijpen voordat je volledig opgebrand raakt.
    3. “Bewegen is goed voor het brein en kan bij stress zeker helpen.”
      Het mooie aan deze tip? Het is simpel en effectief. Zelfs een korte wandeling tijdens de pauze of een fietstocht naar huis kan al helpen om stresshormonen te laten zakken. Het is een herinnering dat je niet altijd grote veranderingen hoeft door te voeren om een verschil te maken.

    Drie slimme tips tegen Stress

    De stressgids biedt tal van adviezen. Hier zijn drie praktische tips die je meteen kunt toepassen – laagdrempelig en haalbaar:

    1. Beweeg om je brein een reset te geven.
      Regelmatig bewegen helpt je hersenen herstellen van stress. Tijdens het sporten maak je stoffen aan, zoals BDNF, die de schade door stress herstellen en je hersenen sterker maken. Zelfs een dagelijkse wandeling of fietstocht kan al helpen.
    2. Versterk je sociale netwerk.
      Een goed gesprek met een collega of vriend(in) kan wonderen doen. Sociale steun helpt je beter om te gaan met uitdagingen en geeft je het gevoel dat je er niet alleen voor staat.
    3. Leer je stresssignalen te herkennen.
      Slecht slapen, een knoop in je maag of moeite met concentratie? Dit zijn niet zomaar ongemakken, maar waarschuwingssignalen van je lichaam. Door hier tijdig op te reageren, bijvoorbeeld door meer rust in te plannen, voorkom je dat de stress zich opstapelt.

    Kritische Noot

    De stressgids biedt veel waardevolle inzichten, maar sommige adviezen, zoals mindfulness of meditatie, voelen misschien wat zweverig of lastig in te passen in een druk schema. Voor wie openstaat voor deze technieken, kan het echt verschil maken, maar de gids had wat meer aandacht kunnen besteden aan stressverlichting die minder tijdsintensief is. Toch is het een realistisch en goed onderbouwd hulpmiddel, met tips die je kunt aanpassen aan jouw eigen situatie.

    Conclusie: Is dit een abonnement waard?

    De stressgids is een waardevolle handleiding, vooral voor onderwijsprofessionals die dagelijks met een hoge werkdruk te maken hebben. Het biedt niet alleen herkenning, maar ook haalbare oplossingen en wetenschappelijke verdieping. Wil je niet alleen stress aanpakken, maar ook meer leren over andere onderwerpen zoals slaap en focus? Dan is de Slim Leven-reeks van NRC het overwegen waard. Deze reeks helpt je niet alleen stress te managen, maar ook je algehele balans in het dagelijks leven te verbeteren. Denk aan artikelen over het bereiken van een gezond gewicht of het minderen van je smartphone gebruik.

    Kortom, als je op zoek bent naar concrete tips en inzichten die verder gaan dan oppervlakkige adviezen, dan biedt een NRC-abonnement met toegang tot de Slim Leven-reeks zeker meerwaarde. 

  • De 7 eigenschappen van effectief leiderschap – Stephen Covey ****

    De 7 eigenschappen van effectief leiderschap – Stephen Covey ****

    Ik heb weer eens een ‘klassieker’ uit de kast gepakt en herlezen om te zien wat het kan betekenen voor het onderwijs van nu. Stephen Covey’s boek De 7 eigenschappen van effectief leiderschap is zo’n standaardwerk en niet alleen voor managers. De zeven eigenschappen die hij beschrijft kunnen ook jou als docent  helpen om je werk makkelijker en leuker te maken. Op welke manier beschrijf ik in dit artikel.

    Wie was Stephen Covey?

    Stephen Covey was een Amerikaanse schrijver, ondernemer en docent, vooral bekend vanwege zijn bestseller De 7 eigenschappen van effectief leiderschap. Dit boek schreef hij om mensen te helpen effectiever te worden in hun werk en persoonlijke leven. Covey geloofde dat door het ontwikkelen van goede gewoonten en het volgen van bepaalde principes, iedereen zowel op het werk als privé succesvoller en gelukkiger kon zijn.

    De zeven eigenschappen van Covey

    Hier zijn de zeven eigenschappen die Covey beschrijft:

    1. Wees proactief
    2. Begin met het eind in gedachten
    3. Belangrijke zaken eerst
    4. Denk in termen van win-win
    5. Probeer eerst te begrijpen, dan begrepen te worden
    6. Creëer synergie
    7. Houd de zaag scherp

    Even pauzeren: De kracht van de pauzeknop

    Covey legt uit dat je altijd een keuze hebt in hoe je reageert op situaties. Dit geldt niet alleen in de klas, maar ook met collega’s. Als een collega iets zegt wat je irriteert, kun je op de ‘pauzeknop’ drukken. Bijvoorbeeld, stel dat je tijdens een teamvergadering kritiek krijgt waar je het niet mee eens bent. In plaats van direct te reageren, kun je even rustig ademhalen, de tijd nemen om te reflecteren, en pas daarna op een kalme manier reageren. Dit zorgt voor een constructieve sfeer en voorkomt escalatie. Neem even de tijd om na te denken voordat je reageert. Hetzelfde geldt voor een rumoerige klas of een leerling die zich misdraagt. In plaats van meteen boos te worden, kun je even diep ademhalen en nadenken over hoe je het beste kunt reageren. Zo blijf je rustig en laat je zien dat jij de leiding hebt.

    Belangrijke zaken eerst: Je rollen in balans

    Als leerkracht heb je meerdere rollen: je bent niet alleen een docent, maar misschien ook een collega, partner, ouder of vriend. Covey benadrukt dat je niet alleen maar bezig moet zijn met je werk, maar ook aandacht moet geven aan andere delen van je leven. Een goede balans zorgt ervoor dat je genoeg energie hebt en voorkomt dat je uitgeput raakt.

    7 eigenschappen schema
    De 7 eigenschappen in een schema

    Denk in termen van win-win: Samenwerken

    In het onderwijs kan het soms voelen alsof iedereen strijdt om tijd en aandacht. Covey moedigt je aan om te denken in termen van ‘win-win’. Zoek naar oplossingen waar iedereen beter van wordt. Hier zijn een paar voorbeelden van hoe je ‘win-win’ als leerkracht kunt toepassen:

    • In de klas: Geef leerlingen de kans om elkaar te helpen. Als leerkracht kun je bijvoorbeeld een sterke leerling koppelen aan een leerling die wat meer moeite heeft met de stof. Zo leren beide leerlingen iets: de ene oefent uitleggen, de andere krijgt extra begeleiding.
    • Binnen de sectie: Werk samen met collega’s om lesmateriaal te delen of gezamenlijk toetsen te maken. Dit bespaart jou en je collega’s tijd en zorgt ervoor dat iedereen kwalitatief goed materiaal heeft, waardoor iedereen beter wordt.
    • In het team: Kijk naar manieren waarop je elkaar als team kunt ondersteunen. Misschien kun je taken ruilen die beter passen bij elkaars sterktes, zodat iedereen werk doet waar hij of zij goed in is en plezier in heeft. Dit helpt jou als leerkracht om meer voldoening te halen uit je werk.

    Eerst begrijpen, dan begrepen worden: Luister naar je leerlingen en collega’s

    Als leerkracht ben je veel aan het praten en uitleggen, maar Covey benadrukt dat luisteren net zo belangrijk is als praten. Probeer eerst te begrijpen wat er speelt bij een leerling voordat je reageert. Als leerlingen merken dat je echt luistert, ontstaat er vaak een betere sfeer in de klas. Dit principe geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor collega’s. Luisteren naar je collega’s helpt je hun standpunten te begrijpen en voorkomt misverstanden. Het draait erom dat je eerst probeert de ander te begrijpen, zodat jij daarna ook beter begrepen wordt. Door echt te luisteren naar collega’s, begrijp je beter hun perspectief en kun je effectiever samenwerken. Dit helpt om samen naar oplossingen te zoeken die voor iedereen werken.

    Creëer synergie: Samen sta je sterker

    Synergie betekent samenwerken en elkaar versterken. Laat leerlingen samen aan projecten werken, zodat ze elkaar kunnen helpen en samen betere resultaten behalen dan alleen. Dit geldt ook voor jou als leerkracht. Door samen te werken met collega’s kun je ideeën uitwisselen, elkaar inspireren en gezamenlijk betere lessen ontwikkelen dan wanneer je alles in je eentje doet. Ook in overleg met de schoolleiding kun je door goede samenwerking synergie creëren, zodat jullie samen een sterkere leeromgeving bouwen voor de leerlingen.

    Houd de zaag scherp: Zorg goed voor jezelf

    Covey’s laatste eigenschap gaat over goed voor jezelf zorgen. Als leerkracht moet je niet alleen aan je leerlingen denken, maar ook aan jezelf. Neem tijd voor ontspanning, blijf leren, en zorg ervoor dat je genoeg rust krijgt. Denk bijvoorbeeld aan activiteiten zoals yoga, wandelen, sporten of simpelweg een goed boek lezen. Dit soort zelfzorgactiviteiten helpen je om fysiek en mentaal in balans te blijven. Blijf bijvoorbeeld regelmatig nascholing volgen of lees vakliteratuur om je kennis op peil te houden. Zorg daarnaast voor fysieke en mentale ontspanning door sporten, hobby’s of simpelweg rustmomenten in te plannen. Zo kun je met energie en frisse ideeën voor de klas blijven staan.

    Conclusie

    Samengevat: ik vond en vind het boek nog steeds de moeite waard. Niet per se om van kaft tot kaft te lezen, maar zeker om er af en toe wat inspiratie uit te halen. De 7 eigenschappen zijn een fijne kapstok om verschillende onderwijszaken aan op te hangen en beter te begrijpen. Daarnaast is het gewoon prettig om af en toe wat wijsheden te lezen, hoe cliché of Amerikaans ze soms ook zijn. 

    Een paar Covey klassiekers

    • “Begin met het eind in gedachten.”
    • “Het is het belangrijkst om het belangrijkste het belangrijkst te laten zijn.”
    • “Probeer eerst te begrijpen, dan pas om begrepen te worden.”
    • “De meeste mensen luisteren niet met de bedoeling om te begrijpen, maar met de bedoeling om te antwoorden.”
    • “Je moet beslissen wat je hoogste prioriteiten zijn en de moed hebben om – vriendelijk, glimlachend en niet-verontschuldigend – ‘nee’ te zeggen tegen andere dingen.”
  • De lessen van Burn-out – Annegreet van Bergen ****

    De lessen van Burn-out – Annegreet van Bergen ****

    Onlangs vond ik in mijn boekenkast een boek dat ik jaren geleden (2007) kocht: ‘De lessen van Burn-Out’ van Annegreet van Bergen. De aanleiding voor de aankoop weet ik niet meer, maar het zal ongetwijfeld in een drukke werk- of leertijd zijn geweest. Ik wist dat het destijds indruk op me maakte, maar niet meer waarom. De herfstvakantie bleek een mooi moment om het te herlezen. En ik was opnieuw even enthousiast.

    Toen ik student was, las ik altijd met veel plezier het tijdschrift Elsevier. Mijn eeuwigdurende proefabonnement begon ooit toen een docent op de middelbare school me aanraadde een opinietijdschrift te lezen. Hij noemde namen als Vrij Nederland, De Groene Amsterdammer en Elsevier. Omdat de laatste het goedkoopste was, koos ik voor die. Een van mijn favoriete onderdelen was de wekelijkse rubriek ‘Mens en werk’, geschreven door Annegreet van Bergen. Hierin stonden altijd pakkende stukjes over de betekenis van werk door de tijd heen. Ook besprak ze interessante boeken over economie, mensen, time-management, etc. Mijn interesse in Werkrust was blijkbaar op de achtergrond al aanwezig. 🙂

    Ervaringsdeskundige

    Het durven benaderen van mensen met een burn-out is een gevoelig onderwerp. Ik heb het zelf nog niet aangedurfd. Hoe fijn is het dan als iemand die dit heeft doorgemaakt haar hele proces heeft opgeschreven. Tel daarbij op dat ze een gezaghebbend redactrice en hoofd van de economieredactie was van een bekend tijdschrift én dat ze een fijne pen heeft. Dit bleek tijdens het herlezen. Van Bergen heeft er een persoonlijk verhaal van gemaakt. Ze beschrijft de aanloop naar haar burn-out. De combinatie van opvoeding, werkomgeving en persoonlijke omstandigheden zorgden ervoor dat ze niet meer verder kon. En wat houdt dat precies in, overspannen zijn?

    Wat is een burn-out?

    Voor Van Bergen betekende dit dat zelfs eenvoudige dagelijkse taken te veel werden. Ze kon zich niet meer concentreren op de stappen om een maaltijd te bereiden en verloor haar eetlust, waardoor ze in de eerste maand tien kilo afviel. Handelingen zoals haar wassen waren zo vermoeiend dat ze naar de kapper ging. Activiteiten die haar normaal ontspanning gaven, zoals een fietstocht, voelden als onmogelijke opgaven. Lezen lukte nauwelijks, en na enkele bladzijden moest ze rusten. Ook schrijven, haar passie, ging moeizaam; ze kon geen afstand nemen en reageerde hevig op alles. Beslissingen nemen werd lastig, en ze overwoog zelfs om niet naar haar werk te gaan. Ze was overgevoelig voor kritiek en activiteiten zoals etentjes met vrienden gaven haar geen energie meer.

    Snelheidsverdwazing

    Bijzonder om te lezen dat de gejaagde samenleving die we nu ervaren, er ook al in de jaren ’90 (voor de smartphone!) was. Ze noemt dit ‘snelheidsverdwazing’. Een term die door rij-instructeurs wordt gebruikt waarbij leerlingen na hun eerste rit op de snelweg veel te hard door een woonwijk razen. Zij moeten leren om na een druk stuk weg (een werkdag) terug te schakelen om thuis niet in hetzelfde tempo door te jakkeren (gezin, social media, sport).

    Tijd vieren in een klooster

    Tijdens haar herstel verbleef Van Bergen in Huize Doornburgh, een klooster in Maarssen. Dit verblijf hielp haar weer in balans te komen. Ze omschrijft het klooster als ‘een oase van rust’ waar tijd geen geld is. Gasten krijgen er de ruimte om tot rust te komen, met vaste kamers en drie maaltijden per dag, waardoor alle praktische zorgen wegvallen en er volledige focus op ontspanning mogelijk is. Dagelijkse diensten zijn optioneel, en iedereen bepaalt zelf hoe ze hun tijd indelen: sommigen kiezen voor alle activiteiten, anderen voor volledige rust. Van Bergen voelde zich los van de wereld en prees de warme sfeer van de zusters. De vespers (avondgebed) ervoer ze als bijzonder rustgevend. Haar keuze om naar het klooster te gaan tijdens haar burn-out bleek precies goed; ze wist dat deze omgeving haar goed zou doen.

    Tips

    Aan het einde van het boek geeft ze de lezer haar negen ontspanningstips mee. Ik pak er drie die van toepassing kunnen zijn op het onderwijs:

    1. Benchmarking (je spiegelen aan de best presterende collega). Voor mensen die hoge eisen aan zichzelf stellen, is dit levensgevaarlijk. Want volkomen ten onrechte gaan ze dan twijfelen aan hun eigen doorzettingsvermogen en arbeidsethos. Vaar op je eigen kompas en ontdek welke inzet voor jou reëel, gezond en prettig is.

    2. Stop altijd voor rood licht. Er zijn betere manieren om tijd te ontfutselen aan Vadertje Tijd. Doe aan time-management. Ontdek bijvoorbeeld wanneer je het meest effectief bent en reserveer die tijd voor de moeilijkste klussen. Neem ook de tijd voor belangrijke zaken die pas op langere termijn spelen. Laat je niet voortdurend afleiden. Maak een realistische planning. Of nog beter: maak een pessimistische planning waarbij je met veel tegenslag rekening houdt. Dan is de kans het grootst dat je – zelfs in een wereld vol tijdgebrek – tijd overhoudt.

    3. Trek grenzen tussen activiteiten. Zoals je in kerken en kloosters niet met de deur in huis valt, maar via een soort sluis van de ene ruimte naar de andere gaat, zo creëer je rust in je hoofd door telkens een moment van bezinning te vieren tussen verschillende activiteiten. Laat activiteiten niet allemaal in elkaar overlopen. Trek grenzen en markeer die met rustmomenten. Dat voorkomt dat spanning en opwinding zich opstapelen.

    Conclusie

    Het boek bleef voor mij prettig leesbaar, vooral door Van Bergens persoonlijke en kwetsbare verhaal, waardoor veel situaties herkenbaar zijn. Een baan in het onderwijs lijkt, net als bij haar werk op de redactie, vaak te bestaan uit hollen of stilstaan. Het werk is nooit ‘af’ en er is altijd weer een nieuwe deadline. Wat ik ook verrassend vond, was het kijkje in de jaren ’90, een generatie geleden. Een van de redenen die haar over de rand duwde, was de invoering van een nieuw tekstverwerkingssysteem bij Elsevier: Microsoft Word. Ze moest hiervoor een cursus volgen op een moment dat het totaal niet uitkwam. Tegenwoordig kunnen we ons dat nauwelijks voorstellen, maar ook toen hadden mensen het al enorm druk. Dit ligt dus niet alleen aan smartphones en social media. Ik zou dit boek zeker aanraden aan iedereen die meer wil weten over burn-out. Van Bergen beschrijft concreet hoe ze erin raakte, wat het inhield en hoe ze eruit kwam. Niet voor niets is de ondertitel ‘een persoonlijk verhaal’. Ieders verhaal is anders, maar we kunnen veel van elkaar leren.

  • Getting things done – David Allen *****

    Getting things done – David Allen *****

    “En als je me één boek moet aanraden, welk is dat dan?” Tja, dat is een lastige vraag, maar de volgende titel staat zeker in mijn top 3. Voordat ik in het onderwijs werkte, kreeg ik dit boek eens van een manager. Ik heb het een half jaar laten liggen uit protest. Toen ik het uiteindelijk toch las, was ik gelijk ‘om’. Sindsdien is het zo’n beetje de basis voor mijn manier van werken (en soms zelfs privé). In dit artikel leg ik je uit waarom ‘Getting Things Done’ van David Allen voor types zoals ik goed werkt.

    De schrijver

    David Allen is een van de bekendste productiviteit-goeroes in Amerika. Dit is op zich al verwonderlijk, aangezien zijn eigen carrière niet bepaald vlekkeloos verliep. Zo was hij drugsverslaafd en beweert hij voor zijn 35e al meer dan dertig banen te hebben versleten. Tijdens zijn werk bij Lockheed ontwikkelde hij zijn theorie over productiviteit. Hij richtte een consultancybedrijf op en werd steeds succesvoller in het coachen van leidinggevenden. Hij schreef drie boeken over dit onderwerp, waaronder dit boek.

    Het boek

    ‘Getting Things Done’ heeft als Nederlandse ondertitel ‘Prettig en efficiënt werken zonder stress’. Het beschrijft het systeem dat Allen in zijn werk als consultant ontwikkelde. Het centrale doel is grip krijgen op alle prikkels van jezelf en anderen. Dit uit zich in een praktische werkwijze die ik (gedeeltelijk) toepas. Daarnaast gaat het boek over abstracte (levens)vragen als: “Hoe wil ik mijn dag/week/jaar/leven het liefst indelen?” De lezer die ervoor openstaat, zal geïnspireerd worden door quotes als:

    • “You can do anything, but not everything.”
    • “Much of the stress that people feel doesn’t come from having too much to do. It comes from not finishing what they’ve started.”
    • “I am rather like a mosquito in a nudist camp; I know what I want to do, but I don’t know where to begin.”

    Hoe ik ‘Getting Things Done’ gebruik

    Zoals gezegd bepaalt dit boek voor een groot deel mijn werkwijze. De routines uit het boek zijn de manier waarop ik mijn dag start, lessen organiseer, met collega’s samenwerk en nog veel meer. Zelfs in mijn privéleven pas ik onderdelen van dit boek toe. Dit is logisch te verklaren voor iemand zoals ik, die graag dingen plant, in systemen denkt en voorspelbaarheid fijn vindt. Toch kan ik me zeker collega’s (én een echtgenote) voorstellen die gruwelen van zoveel ratio en structuur. Voor iedereen die toch nieuwsgierig is, heb ik hieronder in vier stappen uitgelegd hoe het boek van David Allen mij zeeën van werkrust geeft in mijn onderwijsbaan.

    /*! elementor – v3.23.0 – 05-08-2024 */
    .elementor-widget-image{text-align:center}.elementor-widget-image a{display:inline-block}.elementor-widget-image a img[src$=”.svg”]{width:48px}.elementor-widget-image img{vertical-align:middle;display:inline-block} GTD- schema

    Stap 1: Verzamel

    “The beginning is half of every action.”

    Het begint allemaal met het creëren van één verzamelplek. David Allen noemt dit een ‘emmer’.

    Mailtjes, vragen in de wandelgang, briefjes in je postvakje, opmerkingen in een vergadering, lesideeën in de auto, een krantenartikel als mogelijke bron voor een toets, een foto tijdens een excursie, enzovoort. Alles waarvan je denkt dat je er wellicht iets mee ‘moet’. Sommige directeuren die door Allen werden gecoacht, waren tot twee dagen bezig om al deze losse eindjes te verzamelen.

    “Hoe en waar verzamel je dit dan?”

    De belangrijkste voorwaarde is dat het makkelijk moet zijn. Immers, anders ga je het niet volhouden en loopt je systeem (daarover later meer) direct vast.

    Ik kies voor mijn mailbox (Gmail, maar het kan ook prima in Outlook) als verzamelplek. De reden hiervoor is dat ik er (bijna) altijd bij kan. Via mijn laptop of mobiele telefoon kan ik overal dingen naar mijn mailbox sturen.

    Denk hierbij aan:

    • Mails van leerlingen, collega’s, ouders of externen
    • Foto’s die ik mezelf stuur
    • Ideeën die opborrelen tijdens een wandeling of in de auto

    Bedenk goed het volgende: als je dit systeem gebruikt, moet je voortaan alle ‘dingen’ in je verzamelplek zetten. En ook alleen daar.

    Geen geeltjes meer op je scherm, geen losse blaadjes op je bureau, geen to-do lijstjes meer her en der (zeker niet op papier).

    Stap 2: Verwerk

    “Your mind is for having ideas, not holding them.”

    Goed, je hebt nu een ‘emmer’ waarin iedere dag nieuwe dingen worden opgeslagen. En nu? De emmer is geen orde, hooguit opslag. Het idee is dat je niet alles hoeft te onthouden, maar een betrouwbaar ‘extern geheugen’ hebt. Maar dan ben je er nog niet. Net zo belangrijk is om iedere dag te kijken wat er allemaal met je ‘emmer’ moet.

    Bij ieder item in je mailbox vraag je je af:

    “Moet ik er nu wat mee?”

    Is het antwoord nee, dan gooi je het weg.

    Ik doe dit met minstens de helft van mijn mails. Ik kies voor ‘archiveren’, wat eigenlijk een prullenbak is die nooit definitief geleegd wordt. Ik zie deze berichten nooit meer, maar mocht ik ze ooit nog nodig hebben, dan vind ik ze eenvoudig door te zoeken met een paar trefwoorden.

    Is het antwoord ja, dan wordt het een taak.

    In Gmail kun je eenvoudig takenlijsten maken. Ik maak altijd een takenlijst per rol die ik heb. Denk hierbij aan ‘Docent’, ‘Decaan’, ‘ICT-coach’, ‘Mentor’, etc. Met een rechtermuisklik (of sneltoets shift + T) kun je een mail direct aan een takenlijst toevoegen.

    Ik zorg er altijd voor dat een taak start met een werkwoord, zodat ik direct weet wat ik ermee moet doen.

    Voorbeeld: “Inlichten mentorklas over toetsweekrooster” of “Antwoorden personeelsvereniging over kerstpakket”.

    Wat is de volgende actie?

    • Doe het direct. (Als de taak minder dan 2 minuten kost)
    • Delegeer. Vraag jezelf af: “Ben ik de juiste persoon om deze taak te doen?” Zo nee, dan vraag ik iemand die het beter kan.
    • Plan. Plaats de taak op een van je takenlijsten, als je er niet direct tijd of aandacht voor hebt.

    Sommige taken hebben een deadline. Deze kun je in Google Taken eenvoudig een datum geven. Denk aan het invoeren van cijfers voor het rapport of het contact opnemen met ouders voor een mentorgesprek.

    Soms is een taak eigenlijk een project. Denk aan het organiseren van een reisweek of het opzetten van een nieuw PTA. In zo’n geval splits ik de hoofdtaak op in meerdere subtaken, ook allemaal startend met een werkwoord.

    Het verwerken van mijn mailbox kost me ongeveer 10 minuten. Ik doe het twee keer per dag: aan het begin van mijn dag en na mijn laatste les. Na de verwerking is mijn mailbox leeg en mijn takenlijsten voller.

    GTD- takenlijst

    Stap 3: Organiseer

    “Things rarely get stuck because of lack of time. They get stuck because the doing of them has not been defined.”

    Zoals ik eerder schreef, cluster ik mijn werk per taak. Je kunt het ook doen op basis van je energieniveau. Het hebben van je takenlijsten zorgt ervoor dat je keuzes kunt maken over waar, wanneer en hoe je je werk doet.

    Stap 4: Reflecteer

    David Allen legt veel nadruk op de reflectiefase. Hij adviseert om wekelijks (of zelfs dagelijks) een moment in te plannen om te zien of je systeem nog werkt. Is je mailbox nog steeds leeg? Zijn op je takenlijsten de belangrijkste zaken gedaan? Liggen projecten nog op schema? Klopt de tijd die je voor een takenlijst hebt gepland?

    Ik moet zeggen dat ik hierin het minst zijn werkwijze volg. Niet omdat ik het niet nuttig vind, maar omdat ik kies om deze tijd te gebruiken om nog even wat te ‘doen’, in plaats van terug te kijken.

    Conclusie

    Ik kan moeilijk overschatten hoezeer het boek ‘Getting Things Done’ mijn werkwijze heeft veranderd. Voorheen deed ik eigenlijk maar wat. Soms bepaalde de volgorde van mijn mailbox mijn werkdag of de assertiviteit van collega’s. Het heeft mij (het gevoel van) controle gegeven. Natuurlijk heb ik, net als iedereen in het onderwijs, weleens druk. Wat mij helpt, is het idee dat ik deze drukte zelf heb gepland en dat ik keuzemogelijkheden heb om het anders te doen. Iedereen die het gevoel heeft ‘geleefd’ te worden door het werk, kan ik dit boek zeker aanraden.

  • ‘In de Stilte ligt het antwoord’ – Ryan Holiday

    ‘In de Stilte ligt het antwoord’ – Ryan Holiday

    Toegegeven: de titel van dit boek schrikte mijn ook af. Het komt wel heel ‘Zen-achtig’ over. Zoals altijd gaf ik het boek 50 pagina’s om me ‘te winnen’. En dat deed het glansrijk. Wat een mooie combinatie van inspirerende anekdotes en praktische tips. Een aanrader voor iedereen met een onderwijsbaan die wat meer Werkrust kan gebruiken.

    Ryan Holiday is in Amerika erg populair met zijn boeken over zingeving, vaak gelardeerd met inzichten uit de klassieke oudheid. Ik heb niet vaak dat ik zo gegrepen word door een boek. Het komt onder meer door de vlotte, soms zelfs ronkende. schrijfstijl van Holliday. Zoals vele Amerikaanse schrijvers geeft hij weinig blijk van twijfel. Hij heeft dé manier gevonden en wil dit graag met je delen. En bij mij werkte zijn aanpak goed…

    Het hoofdthema van dit boek is de vraag ‘Hoe krijg ik verstilling?’ (een synoniem voor Werkrust). Holiday rubriceert zijn antwoorden op deze vraag per thema. Denk hierbij aan hobby’s, routines, slaap, beweging, concentratie etc…

    Elk hoofdstuk staat vol verhalen en anekdotes. Een aantal hiervan kende ik al. Waarschijnlijk uit een van de vele andere timemanagement/coachboeken die ik heb gelezen.

    Toch heeft de schrijver genoeg (voor mij) onbekende verhalen paraat. Over bijvoorbeeld Winston Churchill, over Tiger Woods en John F. Kennedy.

    Wat kunnen we hiermee in het onderwijs?

    Kunnen we hier iets mee in het onderwijs, voor onze Werkrust? Jazeker! In de passages hieronder vind je ongetwijfeld ook een actiepunt dat jou kan helpen.

    • Een schat aan informatie zorgt voor een gebrek aan aandacht. – Herbert Simon
    • Wanneer we in vergaderingen ook met andere dingen bezig zijn. Wanneer we ons tijdens een instructie laten storen. Wanneer je tijdens de correctie van een toets jezelf laat afleiden door social media.
    • Als generaal ontwikkelde Napoleon de gewoonte om niet meteen op brieven te reageren. Zijn secretaris had de opdracht gekregen om drie weken te wachten voor hij brieven opende. Wanneer Napoleon dan eindelijk kreeg te horen wat er in een brief stond, merkte hij graag op dat zoveel schijnbaar ‘belangrijke’ problemen zichzelf hadden opgelost en niet langer een reactie vereisten.
    • Beperk de tijd die je met E-mail bezig bent.
    • ‘Als je jezelf graag wilt verbeteren,’ zei Epictetus eens, ‘wees dan tevreden met onwetendheid of domheid als het over irrelevante zaken gaat.’
    • Probeer je te concentreren op de zaken die voor jou belangrijk zijn èn in je cirkel van invloed liggen.
    • Het gevoel dat je hebt als je ’s ochtends vroeg wakker wordt en je geest fris en nog niet bezoedeld is door de herrie van de buitenwereld, dat is het gevoel dat je wilt beschermen. Dat geldt ook voor de zone waarin je je bevindt als je echt lekker aan het werk bent. Laat de onderbrekingen je niet uit deze zone halen. Trek muren om jezelf op. Zorg dat je dat wat dringend en onbelangrijk is meteen naar de juiste mensen kunt leiden.
    • Kijk eens kritisch naar welke prikkels je allemaal binnenkrijgt op een dag.
    • We hebben niet voor niets twee oren en één mond gekregen, merkte de filosoof Zeno op. Wat je opvalt als je gaat luisteren, kan al het verschil in de wereld maken.
    • Vergader effectiever door meer te luisteren naar elkaar.
    • Er bestaat geen verstilling voor iemand die de dingen niet kan waarderen zoals ze zijn, vooral niet als die persoon objectief gezien veel heeft gedaan. Het sluimerende gevoel van steeds meer willen is als een veelkoppig monster. Je stelt een van die koppen tevreden (je streept iets van je lijstje) en dan duiken er opeens twee nieuwe op.
    • Wees tevreden met wat wèl lukt op een dag.
    • Hiervoor moeten we zo vroeg mogelijk zo veel mogelijk nuttige handelingen automatiseren en tot een gewoonte maken. Ook moeten we ervoor waken dat er routines ontstaan die waarschijnlijk niet goed voor ons zijn. Die moeten we mijden als de pest. Hoe meer kleine dingen we in ons dagelijks leven kunnen overlaten aan het moeiteloze toezicht van automatisme, hoe meer onze hogere machten in onze geest vrij zijn om hun eigen werk te doen.
    • Creëer automatismen en routines zodat het je tijd en energie oplevert.
    • Filosoof en schrijver Arthur Schopenhauer zei altijd dat ‘slaap de bron van alle gezondheid en energie is’. Hij verwoordde het nog beter tijdens een andere gelegenheid: ‘Slaap is de rente die we betalen over het kapitaal dat wordt opgeëist als we sterven. Hoe hoger het rentepercentage en hoe regelmatiger er wordt betaald, hoe verder weg de datum van aflossing ligt.’
    • Neem op tijd je rust.
  • Tijdmanagement: Meer dan productiviteit, het gaat om je leven

    Tijdmanagement: Meer dan productiviteit, het gaat om je leven

    “Je gaat dood.” Geen motiverende opening, hè? Toch begint Brad Aeon zijn TEDx Talk over tijdmanagement precies zo. Niet om ons angst aan te jagen, maar om ons wakker te schudden. Want als je écht beseft dat je tijd eindig is, zou je dan nog steeds je dagen vullen met eindeloze takenlijstjes en efficiëntie-hacks? Aeon betoogt dat tijd geen geld is—tijd is leven. En in plaats van steeds maar méér te willen doen, moeten we ons afvragen: Wat maakt mijn tijd de moeite waard?

    De Leugen van “Geen Tijd”

    We hebben vandaag de dag meer tijd dan ooit. Technologie bespaart ons uren aan huishoudelijke taken, we hebben flexibele werkuren en toegang tot onbeperkte informatie. En tóch voelen we ons opgejaagder dan eerdere generaties.

    Volgens Aeon komt dat omdat we onszelf voor de gek houden. We zeggen:
    🕒 “Ik heb geen tijd om te lezen.”
    🕒 “Ik heb geen tijd om vrienden te zien.”
    🕒 “Ik heb geen tijd om te ontspannen.”

    Maar wat we eigenlijk bedoelen is: “Ik kies ervoor mijn tijd ergens anders aan te besteden.” En dat is pijnlijk, want dan moeten we verantwoordelijkheid nemen voor onze keuzes.

    Zoals de filosoof Jean-Paul Sartre al zei: Vrijheid is beangstigend, want het betekent dat jij de verantwoordelijkheid draagt voor hoe je je tijd gebruikt.

    Is Tijd Echt Geld?

    We horen het overal: “Tijd is geld.” Maar wat als die vergelijking ons juist ongelukkig maakt? Aeon vertelt over een man die zichzelf $160 per uur waard vindt. Elke minuut die hij niet werkt, voelt als verlies. Zelfs tijd met zijn kinderen ziet hij als een gemiste kans om geld te verdienen.

    De Romeinse filosoof Seneca zei al: “Wie zijn tijd als geld ziet, waardeert zijn tijd eigenlijk te goedkoop.” Want geld kun je terugverdienen, tijd niet.

    De Werkelijke Vraag: Wat Is Je Tijd Echt Waard?

    Volgens Aeon moeten we stoppen met het najagen van productiviteit en onszelf deze vragen stellen:

    • Is het écht nodig om 24/7 bereikbaar te zijn voor werk?
    • Is Netflix belangrijker dan een goed gesprek met een vriend?
    • Ben ik bang om keuzes te maken en zeg ik daarom: “Ik heb geen tijd”?

    Tijdmanagement is geen trucje om méér gedaan te krijgen. Het is een levensfilosofie. Hoe bewuster we onze tijd besteden, hoe minder we het gevoel hebben dat we tijd tekortkomen.