Ezra Meijer (39) is verslingerd geraakt aan het onderwijs. Eerst als docent en later als leidinggevende. Onderwijs is als een spel met leerlingen en docenten. En dit gaat hem goed af. Hij vertelt graag over zijn manier om werkdruk voor te blijven.
Ik ben vanuit pragmatisme in het onderwijs beland. Na mijn studie politicologie merkte ik dat de arbeidsmarkt daar niet heel aantrekkelijk voor was. Ik besloot simpelweg te zoeken naar waar ze wel mensen zochten. En dat was het onderwijs. Ik heb op het ICLON de lerarenopleiding maatschappijleer gedaan en kon toen voor de klas aan de slag. Helaas geen romantisch verhaal haha.
Al snel raakte ik verslingerd aan het onderwijs. Je merkt aan buitenstaanders vaak dat veel mensen een eendimensionaal beeld hebben van ons vak. Zoals zij het zelf als leerling hebben ervaren. Er is echter zoveel meer. Als pedagoog, collega, didacticus etc…
Net als iedere startende docent ben ik in het vak gegroeid. In het begin was ik vooral bezig met de stof. Later vielen echt de schellen van mijn ogen. Ik kreeg veel meer oog voor de individuen. Ik weet nog goed dat ik op een gegeven moment inzag ‘dat zijn gewoon leerlingen’. Het adagium ‘zonder relatie geen prestatie’ werd me duidelijk. Ik ging met mijn baan naar bed en stond ermee op. Was er constant mee bezig. Gelukkig werd ik ook steeds beter in.
Ik mocht me graag met van alles en nog wat bemoeien. Zo wilde ik als docent maatschappijleer graag de wereld van buiten in de klas halen. Ik vond dat er zoveel meer gebeurde buiten die vier muren dat ook vertoond en verteld moest worden. Daarnaast zat ook in allerlei clubjes en commissies. Blijkbaar viel dat op want op mijn 29e werd ik getipt om teamleider VWO onderbouw te worden.
Na 15 jaar teamleider, docent en plaatsvervangend rector zijn op het Herbert Vissers College in Nieuw Vennep was het voor Ezra tijd voor een volgende stap. Hij werd vorig jaar vestigingsdirecteur van het Scala College in Alphen a/d Rijn.
Het leiding geven vind ik nog steeds erg leuk. Ik vind het niet ingewikkelder dan het docentschap. Het is eigenlijk hetzelfde “spel” als in het klaslokaal. Het is het erg belangrijk om goed te kunnen luisteren en observeren. Docenten zijn net leerlingen die ook de basisbehoefte hebben om herkend en erkend te worden.
Ik merk het wanneer bij mensen de werkdruk toeneemt. Het zijn verschillende soorten signalen. De een laat altijd luid en duidelijk weten hoe het gaat. De ander doet dat rustiger. Ik probeer met iedereen in gesprek te gaan. Alleen als mensen zich overschreeuwen komt hun kwestie onder op de stapel.
De komende periode, tot de kerstvakantie, is altijd een bijzondere. Iedereen is dan op hetzelfde moment moe. Sommige collega’s reageren dan heel primair. Ronduit boos soms. Daar heb ik wel een hekel aan. Ik vind een school geen plek voor boosheid. Het is dan vaak een opstapeling van zaken. Kom daar dan eerder mee denk ik dan.
Ik vind het onderwerp van dit blog, Werkrust, een interessante. Vaak worden we in de media en ook op school zelf om de oren geslagen met klachten over de werkdruk. Ik merk dat mensen dat elkaar ook aanpraten. Toevallig sprak ik laatst een zij-instromer over dit onderwerp. Die zei dat ik me door niemand moet laten vertellen dat het in het onderwijs drukker is dan in ander sectoren.
Ik onderscheid twee begrippen: werkdrukte en werkdruk. De eerste is de objectieve hoeveel arbeid die iemand heeft te doen in een bepaalde tijd. Het andere is hoe iemand dit beleeft. De ene docent ervaart dezelfde hoeveelheid werk heel anders dan de andere.
Als mensen veel werkdruk ervaren in het onderwijs is dit niet normaal. Er is dan sprake van een onbalans. Soms hebben mensen het nodig om een tijd te ervaren dat het op hun manier niet lukt. Ik geloof er ook niet in om bij klachten automatisch een aantal taken weg te halen. Het risico is dan dat je de onbalans in stand houdt.
De tips van Ezra
Zelf ervaart Ezra niet vaak werkdruk. Ik probeer in het weekend eigenlijk niets aan school te doen. Ik heb daar gewoon geen zin in. Die tijd is voor andere zaken.
Toch gebeurt het ook mij dat de hoeveelheid werk me na een vakantie overweldigt. Ik weet uit ervaring dat het uiteindelijk wel weer goed komt. In mijn hoofd klinkt dan een stemmetje dat zegt ‘doe niet zo raar, pak gewoon de draad op.’ Ik begin dan met een paar klussen en werk mezelf weer in het schoolritme.
‘Doe niet zo raar, pak gewoon de draad op’
Voor een vakantie maak ik een lijstje met de belangrijkste zaken die op het programma staan. Ik heb er dan alvast wat over nagedacht. Na de vakantie pak ik dat lijstje erbij en maak ik een soort van ‘vliegende start’.
Mijn belangrijkste ‘geheim’ is een routine die ik al jaren succesvol toepas: mijn week terugkijken. Ik ga naar mijn mailbox en loop nog een keer door alle mails van de afgelopen week. Soms zijn er nog wat open eindjes en dingen waar ik wat mee moet. Het geeft me een ook scherp beeld van wat ik de komende week nog moet doen. Ik gebruik deze informatie bijvoorbeeld om de agenda’s op te stellen voor alle vergaderingen en bila’s die ik ga voeren.
Ik noem dat mijn bonusmoment
Een bijkomend voordeel is dat ik op deze manier zie wat ik allemaal wèl heb gedaan. Ik kan tevreden over zijn of alles wat ik het afgerond. Dit geeft rust en voldoening.
Vrijdagmiddag is heel fijn moment om mijn terugblik routine te doen. Er is dan bijna niemand meer op school dus ik word weinig gestoord. Ik noem dit mijn bonusmoment. Mijn terugblik duurt meestal zo’n uur tot anderhalf uur. Het is mijn ideale afhechting van een drukke schoolweek.